blog.

Werken in onroerende staat – nieuwe vermelding op factuur vanaf 01/01/2023

scroll
21 December 2022
-
auteur(s):
Anja Coppin

Versoepeling regeling ‘medecontract’: verantwoordelijkheid toepassing verlegging van heffing verlegd naar afnemer van dienst

bouw2

Als een (in België gevestigde) aannemer werkzaamheden in onroerende staat verricht voor een bouwheer-medecontractant die zelf btw-belastingplichtig is (en daarom verplicht is om periodieke btw-aangiften in te dienen), is deze laatste in principe verplicht om de btw over die transactie zelf te betalen. De aannemer vermeldt dan op zijn factuur ‘BTW verlegd’.

Als de bouwheer-medecontractant geen periodieke btw-aangiften hoeft in te dienen, moet de bouwheer-medecontractant dit aan de aannemer melden. In dat geval zal de aannemer toch btw in rekening brengen

Vanaf 1 januari 2023 zal de aannemer een extra vermelding op zijn factuur plaatsen. Deze vermelding is bedoeld om de aannemer rechtszekerheid te geven in het geval dat de klant niet meldt dat hij geen periodieke btw-aangiften hoeft in te dienen.

Deze vermelding is als volgt:

Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten. Behoudens samenspanning tussen de partijen, is de dienstverrichter ontslagen van de aansprakelijkheid ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde voorwaarde betreffende de hoedanigheid van de afnemer, wanneer de afnemer de factuur niet schriftelijk betwist.

De verantwoordelijkheid wordt dus overgeheveld naar de bouwheer door middel van een verplichting om zijn aannemer te informeren dat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor het toepassen van de regeling voor verlegging van heffing (bijvoorbeeld omdat de bouwheer omwille van een speciale regeling geen btw-aangiften indient, ondanks het feit dat hij een Belgisch btw-nummer heeft). Als deze voorwaarden niet vervuld zijn en hij dit niet tijdig of correct meldt aan zijn aannemer, zal de bouwheer aansprakelijk zijn voor het betalen van de verschuldigde btw, eventuele interesten en boetes.

Strikt genomen moet de aannemer deze vermelding alleen op facturen plaatsen die gericht zijn aan “kleine ondernemingen” en “forfaitaire landbouwers”, maar in de praktijk is het aan te raden deze tekst altijd te vermelden wanneer u de btw verlegt.